Dinsdag 13 december 2011
Ik ben vanmorgen vroeg vertrokken om via Maun en Nata verder naar Kazangulu te gaan op weg naar het Senyati Safara Camp. Op de hoofdweg tussen Maun en Nata kwam ik de eerste olifanten tegen. Altijd weer een bijzondere ontmoeting. In Nata in de drugstore wat fris gehaald en een broodje om vervolgens het gevreesde stuk van 200 km te gaan bedwingen. Gevreesd door eerdere ervaringen met de toen praktisch onbegaanbare hoofdweg; Eén en al gaten. Gelukkig viel het deze keer 100% mee: ze zijn bijzonder druk bezig de weg te vernieuwen en te verbeteren. Al met al was ik al voor 1400 uur bij het Senyati Safari Camp. Ook bij deze lodge (wel is waar een sobere) heb je eigen faciliteiten en was het bijzonder rustig.
Nadat ik een broodje had gegeten heb ik toch maar weer de auto gepakt en een korte safari naar Chobe National Park gemaakt. Ik heb ongeveer de stukjes gereden die we in het verleden al eens in georganiseerde ochteddrive hadden gedaan. Ik wilde niet te ver gaan, want ik moest ook op tijd weer terug zijn, en je weet nooit wat je nog tegen komt. Ik heb in ieder geval weer wat olifanten, giraffen, buffels en kudu’s gezien. De bavianen en hippo’s zou ik bijna vergeten. Ook de visarend staat weer op de foto.
Daarna snel nog even naar kasane gegaan om de tank te vullen voor de verdere reis en even wat melk, yoghurt en fruit gekocht. Ook nog even gesnuffeld naar een eenvoudig trainingspak, want die heb ik niet meegenomen, en mis dat s’avonds tegen de muggen. Niet geslaagd.
Morgen ga ik met een safari naar Victoria Falls i.p.v. er zelf heen te rijden. Het blijkt uiteindelijk een stuk goedkoper en makkelijker/sneller. Ik heb weliswaar de Maramba River Lodge gebooked in Livingstone (Zambia), voor morgen, dus dat geld ben ik dan wel kwijt, maar de veerboot, de grensformaliteiten, roadtax Zambia, en de veerboot terug en benzinekosten vallen weg, naast een halve reisdag van overmorgen. Wel zie ik de falls nu van de Zimbabwaanse kant. De dagteller staat op 677 km.