Woensdag 14 mei 2014
Deze etappe was weer meer inspirerend dan gisteren. Het landschap is veel afwisselender met rivieren en meren tussen soms erg steile bergen die het nodige vragen van auto en chauffeur.
Het begon al snel na vertrek. Twee volwassen en twee jonge beertjes gespot. Even in de achteruit en naar de andere kant van de weg, alarmlampen aan en een keus maken tussen film, fototoestel, telefoon (voor blog) of tablet. Liefst alle vier gelijk. Bij het fototoestel zit er dan ook nog vaak de verkeerde lens op. Maar gelukkig bleven drie van de vier langdurig in beeld. Ik heb daarvoor wel enkele bloeddonaties moeten doen aan het muggenvolk.
Totdat iets wat mij volkomen is ontgaan ze alle drie naar de bosrand deed spurten en dit keer klommen beide peuters de boom in, en niet een paar meter maar tenminste 10 meter. En daar bleven ze ook. Ook daar kan je als beer blijkbaar leuk spelen.
Onderweg was toch weer veel afgesloten.
Bij vertrek uit Fort Nelson werd al met een matrixbord gewaarschuuwd voor een zone met steenval en voor bisons op de weg bij Muncho Lake. Dat vond ik opvallend omdat dat 250 km rijden is. Maar een gewaarschuuwd mens telt voor twee nietwaar?
Wat ik onderweg ook tegenkwam was reclame voor de beste cinnamon buns in the country. Nou had ik geen idee wat ik mistte tot nu toe dus na 5 aanwijzingen (om de kilometer) maar even naar de toplocatie afgebogen.
Met een bak koffie uit een voorgezette pot koffie op een stoofje en een opgewarmde bun ging ik de deur weer uit mij verbazend over de inhoud van deze store: van boeken tot berenhuiden en plaatselijk handwerkjes. In deze winkel zag ik de eerste moose, maar alleen het deel dat aan de muur hing, naast zowat elk ander lokaal dier.
De bun of bum? Blijkt een soort opgerold brooddeeg te zijn met daartussen een stroopachtige suikermassa met kaneel. Smaakte prima maar vast niet erg goed voor je, dus het zal bij deze ene blijven.
De locatie ligt aan de Tetsa River en heeft ook iets wat de naam camping draagt.
Het eerste wat grotere meer dat ik tegenkwam was Summit Lake. Het mag dan wel lente zijn maar ook hier is nog niet alles uit de winterslaap.
Na 150 km klimmen, dalen en draaien komt dan Muncho Lake: ik was er helemaal klaar voor.
Maar helaas geen bison te zien. Uiteindelijk dan toch maar een foto gemaakt.
Je kunt wel zien dat het ondertussen was gaan regenen en dat doet het nu vele uren later nog steeds. Wat ik daar wel op de plaat heb vastgelegd zijn berggeiten, of eigenlijk schapen als ik op de naam af ga : Stone sheep.
Ik had gisteren besloten dat Muncho Lake mijn eindbestemming zou zijn maar ook hier was alles nog gesloten. Dus ben ik nog zo’n 60 km doorgereden naar de locatie die in het reisplan stond: hele jaar open.
Ik ben blij dat ik op tijd was want ik heb zowat de laatste plek terwijl hij nog bijna leeg was. Alles is practisch gereserveerd ivm een plaatselijk lang weekeinde.
Vlak voordat ik ter plaatse kwam (lijkt Baantjer wel) trof ik de verdwaalde objecten aan.
Wat de naam al doet vermoeden is ook zo, er is hier een spring die de locatie zo populair maakt. Ze kunt hem bereiken via een boardwalk van een paar honderd meter om het ecosysteem niet te verstoren.
Ik heb maar geen foto van de pool met baders gemaakt. Het blijft bij de Canada Geese.
Er zijn hier geen voorzieningen dus dit bericht komt met vertraging.