Zaterdag 9 november.
Toen ik vanmorgen onderweg naar de waterkraan was zag ik iets grappigs gebeuren. Een eendenpaar met 4 prachtige zwart-witte kuikens stak het terrein over. Daar zat ook een haas volkomen onschuldig te zijn. Toch nam de woerd het zekere voor het onzekere en zette de aanval onverschrokken in op de zeker even grote haas. De haas moest lange benen maken om uit het bereik van de snavel te blijven.
Ik heb vanmorgen eerst in Aoraki het bezoekerscentrum bekeken dat voornamelijk gewijd is aan het beklimmen van Mt Cook en de vele andere gletsjers hier. Daarna heb ik een stevige bergwandeling gemaakt naar een punt dat goed zicht biedt op de voet van de langste gletsjer van NZ; de Tasman gletsjer van 12 km lang en geschat op 600m dik op sommige plaatsen. Aan de voet is een meer waarin de afgebroken delen langzaam uiteen vallen voordat ze in het grote afgedamde Lake Pukaki te recht via een breed rivierbed.
Via een zijpad is het niet ver meer naar de Blue Lakes. Die vielen wat kleur betreft wat tegen; eerder groenig dan het turkooi blauw van het gletsjermeer zelf, maar de wandeling voert over een bergpaadje met mooie begroeiing.
Het was inmiddels 12 uur geweest, en ik had een weinig goeds voorspellend weerbericht gelezen voor de komende dagen voor de alpenpassen. Ik heb daarom mij voorgenomen morgen niet op de hoge Arthurs Pass te overnachten maar door te rijden naar de westkust waar het altijd waait en regent. Om de etappe beheersbaar te maken heb ik vandaag gekozen voor een DOC camping (deze is met warme douche!) in het Peel Forest bij Geraldine. Een kleine 250km verder op de route dan in eerste instantie bedoeld.
Hier heb ik toch nog tijdens een droog uurtje een 2 uurs wandeling gemaakt over een bergrug naar een kleine verborgen waterval: Aclands Falls
En met een maaltijd uit de achterklep komt ook een eind aan deze reisdag.