Zondag 10 november 2013,
Niet precies de lokatie die in de planning zat, maar wel de lokatie waar ik vandaag overnacht.
Ik sta aan een beekje dat gebruikt werd voor gold-panning. In dit gouddelvers gebied zijn nog veel attributen die herinneren aan het verleden te zien. Het is hier (nog) heerlijk rustig. Ik wordt alleen geplaagd door hordes vliegen met vervelende bedoelingen.
De rit over Arthur’s Pass ging voorspoedig en het verwachtte slechte weer heb ik niet gehad. Wel een koude en heel harde wind waardoor ik bijna van de weg raakte bij de Rakaia Gorge ondanks dat ik de snelheid al had aangepast tot 60km/h.
Onderweg is eigenlijk niets dat enige tijd vraagt dus zijn de stops beperkt tot benzine en voor mijn eigen brandstof: koffie met muffin.
Soms ook voor iets onverwachts.
Ik was al voor 12.00 uur bij Arthur’s Pass Village. Na de koffie (met saucijzen broodje) kon de afdaling weer beginnen.
De afdaling van de pas aan de westzijde met percentages van 16 % wordt afgeraden voor trekkende voertuigen. Onderweg is een waterval over de weg geleid.
Mijn in eerste instantie gedachte overnachtings locatie: Lake Brunner. Het zag er niet erg uitnodigend uit.
Vandaar dat ik er nog zo’n 100 kilometers aan heb toegevoegd tot deze lokatie in de buurt van Reefton: Slab Hut Creek. Ik lig nog steeds een dag voor op het oorspronkelijke schema.