Zaterdag, 3 maart 2007.
Vanmorgen weer ingepakt om Botswana te verlaten en Zambia kort te bezoeken. Eerst moesten we nog betalen, ook voor de excursue waar gisteren enige verwarring was ontstaan. Mijn creditcard is weer geweigerd: die van Ali deed het gelukkig wel. Bij de Botswaanse grens de nodige papieren ingevuld. We waren daarbij al een heel lange rij vrachtwagens gepasseerd die stonden te wachten om de grens over te kunnen en de veerboot te nemen. Niemand legt ook maar iets uit, en op vragen krijg je maar slecht en moeizaam antwoord. Effin we mochten met de nodige papieren Botswana verlaten en kregen een papier mee waarvan wij begrepen dat we dat aan de Zambiaanse kant konden inleveren, en dat we dan door konden. We moesten nog heel, heel veel leren. Opnieuw langs een hele lange rij met vrachtwagens om aan te sluiten bij een rij met kleine vrachtwagens, busjes en personenauto’s voor de veerboot. Daarbij werden we wel wat onrustig want een groot deel van de rij stond al in het water.
Bij aankomst van de veerboot van de Zambiaanse kant zagen we een schouwspel dat ons nog lang bij zal blijven. Ondanks de verwoede pogingen van de kapitein van de boot moesten passagies, auto’s en vrachtauto’s gevaarlijke manouvres maken om de veerboot te verlaten. Het laden ging net zo moeizaam. Eén heel grote vrachtwagen en wat klein spul per keer kan op de boot. Later begrepen wij dat er normaliter twee boten tegelijkertijd in bedrijf waren maar deze ochtend slechts één. We hebbeb 4 heen en weertjes gezien en elke keer een stukje verder opgeschoven in de rij. De vijfde keer was het onze beurt om aan boord te gaan. Ondanks de grote voorzichtigheid die we in acht namen lukte het niet om zonder schade op de boot te komen. De lange achterkant van de camper in vergelijking met andere auto’s maakt dat die vastloopt terwijl de voorwielen al omhoog gaan. De lengte van de loopplank is gewoon te kort voor zo’n camper als de wal wat lager ligt.
Kortom de hele achterbumper is nu zover ingescheurd dat hij naar beneden valt. Ook bij het verlaten van de boot gebeurde hetzelfde; de voorwielen hebben vaste grond en gaan de helling al op als de achterwielen het laagste punt bereiken en de achterkant van de camper vastloopt. De schade werd dus nog groter. Op de boot reeds de schade gemeld bij het inschrijven van het logboek, maar daar gaf niemand sjoege. Op advies van een vaste crosser hebben we de schade toch gemeld bij de veerbootmaatschappij. Na een discussie van ongeveer een uur is er een schadeverhaal opgemaakt en getekend. De verzekeringsmaatschappijen moeten het verder maar uitzoeken. Daarna begon de grote zoektocht en geldklopperij om de Zambiaanse grens te mogen passeren. Bij het eerste gebouwtje moesten we de veerboot betalen. Bij het tweede een formulier laten zien uit Botswana en paspoort en visa halen, en zoals later bleek ook een formulier invullen voor de Zambiaanse douane. Daarna moesten we de wegenbelasting betalen; maar dat kan alleen in Amerikaanse dollars. Dus moesten we eerst naar een wisselkantoortje over de grens. We kwamen daar door alle perikelen aan om 12.35 uur en op zaterdag ging het kantoortje dicht om 12.30 uur, zodat we tot maandag zouden moeten wachten, maar gelukkig was de jongeman bereid ons nog te helpen. Tegen inlevering van €50 kregen we 20$ en 248.000 Kwatchen (de lokale munt). De wegenbelasting was ondertussen blijkbaar verlaagd, want we kregen 10$ terug van de 20$ die de beambte eerst had genoemd. Ondertussen moest ook de Politie worden betaald (we weten niet waarvoor, maar we kregen wel keurig een receipt) De “carbontax” moest worden betaald (kan in Zuid-Afrikaanse Rand) en de insurance for third parties moest worden betaald. Gewapend met 6 formulieren en betaalbewijzen mochten we eindelijk de grens over. De crossing begon om 9.00 uur: de formaliteiten waren klaar om 13.30 uur; en dat alles onder een temperatuur van 37 graden in de schaduw! We waren echt bek af.
Het stukje weg naar Livingstone van zo’n 60 km bevat nog twee checkpoints, omdat je via het nationale park Mosi-oa-Tunya gaat. We hadden als bestemming reeds gekozen voor Maramba River Lodge, dat goed is aangegeven, en daar staan we nu ook.
De bumper heb ik op twee plaatsen vastgezet met waslijn; de nummerplaat voorop vastgezet met waslijn, en geconstateerd dat de beschermplaat onder de motorkap een aantal bouten mist, waardoor hij bijna over de grond sleept. Genoeg reden om te besluiten om maandag eerst maar even een garage op te zoeken voordat we weer verder op reis gaan.
We hebben met enig moeite de camper kunnen parkeren. Daarvoor moesten eerst twee electriciteitskabels worden doorgeknipt!
Toen eindelijk onze glazen met ice-tea op tafel stonden werden we verrast door een grote groep “vervet monkeys” = blauwapen, waarvan één rustig uit een glas begon te drinken, terwijl een ander de vuilnisbak omkeerde en de restanten van de daar net in weggegooide meloen weer uithaalde. Pogingen om ze te verjagen waren niet succesvol: er kwamener steeds meer bij, zodat we onze biezen maar hebben gepakt en van binnen uit de zaak maar in de gaten hebben gehouden. In het water achter de camper (3 meter) zitten krokodillen en we hebben de hippo’s al horen stoeien, dus ook die zitten vlakbij. Op de camping staan dan ook overal bordjes met “beware Hippo’s”.
Het was vandaag een korte trip die echter veel meer tijd heeft gevraagd dan was ingeschat, en in ieder geval veel hogere kosten meebracht dan verwacht bij de grens. Het alternatief van Zimbabwe is echter nog veel, veel gevaarlijker, de verhalen gehoord hebbende. De vrachtwagens staan niet voor niets hier soms liever dagen voor de grens voor het veer, dan de 60 km via Zimbabwe te maken. Het was een dag om niet snel te vergeten.